Geen plaats voor racisme in Pride

Geen plaats voor racisme in Pride

Bron: Movisie
Datum: 18 juni 2020

Movisie

Op dit moment is er wereldwijd veel aandacht voor de Black Lives Matter beweging. De aandacht is niet alleen gevestigd op de moord op George Floyd, maar op een groter, dieperliggend probleem van (institutioneel) racisme. De wereldwijde verontwaardiging klinkt door in protesten, de media, en heeft in veel steden een plek veroverd op de politieke agenda. Ook is het juni, de Pride Month. De maand waar normaal gesproken wereldwijd Prides worden georganiseerd om stil te staan bij de rechten van de LHBTI-gemeenschap. In dit artikel vertellen we je over het verband tussen deze twee bewegingen en wat je kunt doen om racisme te bestrijden. Want er is geen plaats voor racisme in Pride.

Tijdens de Pride Month worden de Stonewall Riots herdacht die plaatsvonden in het weekend van 28 juni 1969 in New York City. Deze gebeurtenis wordt gezien als het begin van het proces van het verkrijgen van meer gelijke rechten voor LHBTIQ+ mensen. Wanneer we het hebben over dit verzet, kun je niet om de namen Marsha P. Johnson, Sylvia Rivera, Miss Major en Stormé DeLaverie heen. Deze (trans)vrouwen van kleur worden gezien als de voorvrouwen in de opstand. Het is dus belangrijk om te beseffen dat het kantelpunt voor de rechten van LHBTIQ+ mensen kwam, omdat (trans)vrouwen van kleur besloten dat het genoeg was.

Pride in Nederland
In Nederland was er op 21 januari 1969 voor het eerst een demonstratie voor gelijke rechten van LHBTI’s. Zo’n 100 jongeren demonstreerden op het Binnenhof in Den Haag tegen artikel 248-bis uit het Wetboek van Strafrecht. In dit artikel was bepaald dat heterostellen seks mochten hebben vanaf 16 jaar, maar voor stellen van gelijk geslacht lag de leeftijdgrens op 21 jaar. In navolging van de gebeurtenissen bij Stonewall Inn en de Gay Pride Parade in New York werd in 1977 in Amsterdam de ‘Internationale homobevrijdings en -solidariteitsdag’ georganiseerd door de Internationale Lesbische Alliantie. Deze demonstratie groeide uit tot wat sinds 1979 de Roze Zaterdag wordt genoemd. Het evenement bestaat nog steeds en heeft een emancipatoir en demonstratief karakter met ruimte voor informatie, debat, feest, ontmoeting en zichtbaarheid.

In tegenstelling tot Roze Zaterdag is de bekendste Nederlandse Pride, die van Amsterdam, niet ontstaan als demonstratie of protestmars. Het startte als een feest georganiseerd door homohoreca-ondernemers om Amsterdam als homo-uitgaansstad te promoten en de vrijheid en diversiteit te vieren.

‘It’s not Pride if it’s racist’
De LHBTI-gemeenschap heeft altijd moeten strijden voor acceptatie en tegen uitsluiting, geweld en discriminatie. In veel landen moet (nog) steeds (weer) worden gestreden, maar in Nederland zijn de laatste jaren goede stappen vooruit gezet en worden Prides steeds grootser (mee)gevierd. Helaas kan nog steeds niet iedereen binnen de gemeenschap hiervan profiteren, want sommigen hebben nog steeds te maken met uitsluiting, geweld en discriminatie. Dus ook door racisme.

Juist de mensen die Pride (mee)vieren zouden moeten snappen dat het belangrijk is om je geaccepteerd, gewaardeerd, veilig en niet uitgesloten te voelen. Zij zouden juist een bondgenoot moeten zijn als het gaat om bestrijden van racisme. ‘It’s not Pride if it’s racist’, aldus Malta Pride. ‘There can be no Pride if it is not intersectional’, stelt GLAAD (Gay & Lesbian Alliance Against Defamation) in de VS.

Misschien vind je dit ook interessant…