SPORT EN HOMOSEKSUALITEIT NOG ALTIJD LASTIGE COMBINATIE

Bron: Pride Amsterdam
Fotografie: Prisma Compositional en Paul van der Linden
Interview: Paul Hofman

Oud-topturner Jeffrey Wammes was supertrots toen hij door Pride Amsterdam gevraagd werd om één van de ambassadeurs 2019 te worden. “Het is een grote eer voor mij. Want persoonlijk betekent het veel voor me. Eigenlijk is het best wel gek dat de Pride nog nodig is. Er rust nog steeds een taboe op.”

In een openhartig gesprek op een steenworp afstand van het Amsterdamse Olympische stadion vertelt hij enthousiast over zijn loopbaan in de sport, coming-out en zijn ambassadeurschap. Vrolijk lachend komt hij het café-restaurant binnenlopen. Met zijn gespierde lichaam en vrolijke lach trekt hij de nodige aandacht.

Rekstok
Van jongsaf aan was Jeffrey Wammes geboeid door het turnen. Als kind ging de rekstok voor alles. Al snel wordt zijn talent ontdekt. Hij traint veel en wint veel prijzen.

Op zijn zeventiende breekt hij internationaal door. Voor het eerst in de geschiedenis behaalt een Nederlander twee gouden medailles tijdens wereldbekerwedstrijden. Het betekent het begin van zijn carrière als topsporter. Tijdens de WK in het Australische Melbourne (2005) weet hij zich samen met zijn sportmakker Epke Zonderland te kwalificeren voor de meerkampfinale. Zij zijn op dat moment de eerste Nederlandse mannen in de geschiedenis die dit bereiken.

Als blijk van waardering voor deze goede prestaties, wordt hij in 2010 Sportman van Amsterdam van dat jaar.

Haantjes
Nauwelijks een jaar later komt de sportman in hart en nieren publiekelijk uit de kast in het glossy homo-magazine L’Homo. Hij is net 23 en vindt het tijd is zijn coming out groots aan te pakken. “Er zijn weinig sporters die er voor uitkomen en dat is best jammer. Ik denk dat dat komt omdat ze bang zijn voor pesten en discriminatie. Toen ik uit de kast kwam kreeg ik alleen maar positieve reacties. Mijn tak van sport is geen teamgebeuren en dat maakt het anders dan bijvoorbeeld voetbal. Als je een paar haantjes hebt in de kleedkamer na de voetbalwedstrijd, dan begrijp ik best wel dat het lastig is. Als een voetballer zegt dat hij gay is, is de wereld te klein. Eigenlijk is dat heel raar. Het wordt echt tijd dat een bekende en succesvolle voetballer, bijvoorbeeld een speler die veel goals maakt, uit de kast komt. Ik denk echt dat dat goed zou zijn. Hoe meer je presteert, hoe makkelijker zo’n coming-out wordt.”

Oorverdovend stil
Zijn interview met L’Homo maakte destijds veel indruk. Zijn verhaal en daarbij geplaatste foto’s waren indrukwekkend. “Ik wilde alle roddels voor zijn.” Dat hij op zijn openlijke coming-out niets hoorde van de turnbond zit hem nog altijd dwars. “Van de bond kreeg ik geen enkele reactie. Het bleef oorverdovend stil. Een luisterend oor had ik toen heel fijn gevonden.” Maar niets van dat alles.” Of hij dat ziet als een gemiste kans? “Absoluut. Dat het oorverdovend stil bleef, vond ik heel raar. Ik heb het alleen moeten doen. Ik redde me wel, maar dat geldt niet voor iedereen.”

Geen woorden maar daden
Inmiddels heeft de turnbond het onderwerp LGBT wel degelijk op de agenda gezet. Het blijkt een voorzichtige stap te zijn. “Ze pakken het nu serieus aan en daar ben ik heel blij om. De bond moet natuurlijk ook wel uitstralen dat ze voor gelijkwaardigheid staan en niet alleen in woorden maar ook in daden laten zien dat ze er iets mee doen. Ik was succesvol en sterk genoeg maar hoe je het ook wendt of keert, een steuntje in de rug is onontbeerlijk”

“Zelf ben ik altijd heel open geweest over mijn homoseksualiteit. Waarom niet?” vraagt hij glimlachend.

Sportboot
Dat er tijdens de Canal Parade van 2019 een sportboot met vertegenwoordigers van zeventien sportbonden en het NOC*NSF mee heeft gevaren, vindt hij super.”Gelukkig rust er niet meer zo’n taboe op. Zelf merk ik dat homoseksualiteit in de sport meer en meer wordt geaccepteerd.” Zijn eerste Pride kan hij zich nog goed herinneren. “Ik kende de botenparade van televisie. Toen ik die extreme beelden zag van mannen met ontblote bovenlijven moest ik wel even slikken. Later toen ik zelf voor het eerst meevoer zag ik dat het maar een klein onderdeel van de Pride is. Voor mij was die kennismaking met de Canal Parade vooral leuk en gezellig.”

Afschuwelijk
Het toenemende geweld tegen homo’s is hem een doorn in het oog. “Zelf ben ik nooit lastig gevallen maar ken wel de verhalen van mensen uit mijn vriendenkring. Afschuwelijk.” Volgens Jeffrey is dat heel dubbel: aan de ene kant wordt homoseksualiteit steeds meer geaccepteerd door met name jongeren en aan de andere kant is er dat anti homo-geweld.
De boodschap die hij als Pride ambassadeur uitstraalt is maar voor één uitleg vatbaar. “Ik zal overal uitdragen dat het zo belangrijk is om vooral jezelf te zijn.”

Rolmodel
Meer homoseksuele sporters zouden het voorbeeld moeten volgen, vinden veel mensen. Dat hij als rolmodel wordt gezien verbaast hem. “Als iemand mij niet accepteert, so what? Er zijn zoveel mensen die dat wel doen. Ik laat niet toe dat iemand een negatieve invloed op mijn leven heeft. Je moet je ook niet alles persoonlijk aantrekken. Ga vooral niet in de slachtofferrol zitten. Dat heb ik zelf nooit gedaan. Ik steek liever mijn energie ergens anders in.”