Als tophockeyer is het moeilijk uit de kast te komen
Bron: Trouw
Datum: 11 september 2020
Slechte spelers zijn vaak een ‘homo’ of ‘mietje’
Acceptatie van homoseksualiteit in het Nederlandse mannenhockey is nog niet zo vanzelfsprekend. Dat blijkt uit onderzoek onder 130 mannelijke tophockeyers door het Mulier Instituut, een instelling die wetenschappelijk sportonderzoek doet. De ondervraagden beoordelen de acceptatie van lhbt’ers in hun wereld gemiddeld met slechts een 5,9. De algemene heteronorm en machocultuur in de kleedkamer zijn de oorzaken, en coaches zijn medeverantwoordelijk. Van de Nederlandse tophockeyers denkt 40 procent dat het voor homoseksuele collega’s moeilijk is om uit de kast te komen. 16 procent van de ondervraagden vindt het aanstootgevend wanneer twee mannen zoenen op de club.
In de mannenkleedkamer en het clubhuis hangt vaak een machocultuur, zo blijkt. Die uit zich bijvoorbeeld in stereotyperende scheldwoorden zoals ‘homo’ en ‘mietje’. 45 procent van de hockeyers geeft aan dat hiermee in het hockey wordt gescholden jegens minder goed presterende spelers. Oud-hockeyinternational Thijs de Greeff (38), die acht jaar geleden uit de kast kwam, weet hoe pijnlijk die woorden kunnen zijn. De Greeff: “Het wordt gezegd bij negatief gedrag, waardoor homoseksualiteit ook een negatieve associatie krijgt. Als dat over jou als homo gaat, krijg je geen goed gevoel over jezelf.”
Lees het hele artikel