BOWI JONG

Wie is Bowi Jong?
“Ik ben Bowi, kom uit Alkmaar en ben 21 jaar. Heb International Business Management gestudeerd. Ik ben een supporter van AZ; mijn hele identiteit is zo’n beetje daaromheen gebouwd (lachend). Ik tennis veel, en heb zelf ook gevoetbald in m’n jonge jaren, tot m’n 11e, 12e. Ben wel altijd supporter gebleven, heb lang een seizoenkaart gehad en met AZ veel tripjes gedaan.”

Bowi vertelt enthousiast over diverse Europese trips met AZ. Tijdens zijn studiejaren in Amsterdam heeft Bowi het voetballen zelf weer opgepakt, bij Gay Soccer Amsterdam, op het veld van Swift op het Olympiaplein. “Dat was wel een bijzondere ervaring, om in een voetbalteam te spelen met alleen maar homoseksuele jongens. Ook soms wel ongemakkelijk, als je de kleedkamer inkomt en er staan allemaal blote jongens; sommigen vinden dat heel normaal en gaan gewoon douchen, maar ik pakte dan snel mijn tas en maakte me uit de voeten, ook om me een houding te geven. Maar het was ook heel leuk hoor!”

Over zijn huidige sportieve activiteiten zegt hij: “Ik richt me nu meer op tennis, ook omdat veel van mijn vrienden tennissen. Voetbal komt misschien in de toekomst ook wel weer, maar daar blijf ik altijd wel als fan en supporter bij betrokken. Ik ben zelf ook niet zo’n topsporter, of iemand die in de sport zelf veel bereikt heeft; ik ben meer fan, en sport kijken vind ik enorm leuk.”

Wellicht kennen sommigen jouw naam door de actie die jij als jonge voetbalsupporter in 2018 richting de KNVB ondernomen hebt. Wat kun je daarover vertellen?
“Ja, hoe ging dat… ik heb al heel lang als supporter in het voetbalstadion gezeten. Bij een wedstrijd was er een jongetje van een jaar of 13 en die riep “vuile homo” over het veld. Wat mij opviel was dat niemand er iets over zei. Terwijl bij veel andere spreekkoren er wel iets van gezegd wordt. Ik ben er toen ook meer op gaan letten, en er werd bij wedstrijden ook wel geroepen “alle Duitsers zijn homo”.

Het lijkt een makkelijk grapje, en er is niemand die zegt: “dit doe je niet”. Toen heb ik, een beetje in onschuld, die brief naar de KNVB geschreven. Zo van: dan weten ze in ieder geval van een jonge supporter dat die dit vervelend vindt, en misschien gaan ze er dan wat aan doen.
Er was daarna geen echt gesprek met de KNVB, ze zijn het ook wel met me eens, maar het ontplofte natuurlijk toen Johan Derksen met zijn opmerkingen kwam.

Daardoor, en door alle reacties op Johan, is er veel meer publiciteit gekomen en daar was ik wel blij mee. De manier waarop de discussie daarna gevoerd werd was voor mij soms wel twijfelachtig. Het helpt niet om alleen te zeggen “jij bent fout”. Als je jouw verhaal vertelt, bereik je veel meer. Je moet mensen de ogen laten openen, door alleen maar te beschuldigen roep je vooral weerstand op. De discussie ging soms hard tegen hard, waarbij ik ook dacht: gaan we zo niet aan de essentie van mijn brief voorbij. Het gaat er niet om of een man van 40 of 50 wel of niet een grapje over homo’s mag maken, maar om wat een jongen of meisje van een jaar of 14, 15 voelt, als deze zelf met deze problemen te maken krijgt. ”

Hoe heeft jouw brief bijgedragen aan een veiliger sport klimaat?
“Dat is natuurlijk beperkt. Ik ben daarna wel in diverse programma’s geweest, en dan wordt er geknikt van “ja, je hebt gelijk”. En ik heb ook wel positieve reacties gehad dat mensen in hun voetbalteam het gesprek hebben gevoerd. Maar als er één keer zo’n gesprek gevoerd wordt, is het dan daarna allemaal opgelost? Bijvoorbeeld, in de documentaire “pisnicht, de movie” zit een scene in de voetbalkleedkamer, en dan blijkt dat de grapjes ook wel deels echt gemeend zijn. En zeg je dan: “je mag niet in ons team?” Het is lastig manoeuvreren tussen: “een grapje mag”, en “deze kwetsende opmerking doet pijn”. Die discussie starten met voetballers en supporters is heel lastig. Je moet dat niet onderschatten. Mensen zitten heel erg vastgeroest in wat voor hen veilig en normaal is. En een voetbalkleedkamer in Amsterdam is het ook compleet anders dan bijvoorbeeld in een dorpje in de Achterhoek. Het is geen eenvoudige zaak, maar je moet het gesprek aangaan en blijven voeren.”

Wat is volgens jou een goede aanpak om het gesprek te voeren?
“Belangrijk is om je open op te stellen; je moet natuurlijk niet binnenkomen met een houding “wij laten wel even zien hoe het hoort”. Ik heb bijvoorbeeld ook wel op scholen voorlichting gegeven, en je moet je dan ook een beetje aanpassen aan de groep die je voor je hebt, zodat de voorbeelden die je noemt ook herkenbaar zijn. Er zijn er dan altijd wel een paar die willen luisteren. Je moet niet binnenkomen met de verwachting dat je iedereen meekrijgt, maar al krijg je er één mee, dan heb je al wat bereikt. Zo blijft het voor mezelf ook een beetje te doen.
Zoals ik bijvoorbeeld nog steeds wel eens een berichtje krijg op Instagram, van met name jongens, die me dan zeggen dat ze door mijn actie hebben ingezien: zie je wel, er zijn ook homo’s die wel van voetbal houden. Al heb je maar bij één iemand zoiets bereikt, dan heb je dat wel bereikt. Het is goed om ambities te hebben, maar ook belangrijk om realistisch te zijn. Er zijn enorm veel sportverenigingen.”

Waar zou Pride and Sports zich in jouw ogen op moeten richten?
“Vooral op jongeren. Dat doe je ook door er vooral jongeren bij te betrekken. Bijvoorbeeld mij als voetbalsupporter, maar er zijn ook veel jongeren die zelf op voetbal of hockey of wat voor sport dan ook zitten, en hun verhaal willen delen. Als je in iedere tak van sport iemand vindt die zich wil uitspreken en zich hiervoor wil inzetten, dan spreek je al veel meer jongeren aan. Zo’n netwerk zou mooi zijn. Misschien ben ik zelf alweer te oud, met bijna 22…. Je zit niet zomaar op hetzelfde niveau als een klas op de middelbare school, dat heb ik zelf wel gemerkt met voorlichtingen.

Hoe jongeren te bereiken?
Dat gaat toch veel via social media, via Instagram en zo. Je ziet inderdaad weinig jongeren bij LHBTIQ+ sportclubs. Ik denk dat veel jongeren die sporten bij reguliere sportverenigingen en dan merken dat ze bijvoorbeeld op hetzelfde geslacht vallen, dat ofwel geheimhouden, of ze komen wel uit de kast en worden vervolgens niet geaccepteerd of voelen zich niet meer thuis en zeggen lidmaatschap op? Misschien stoppen ze dan wel helemaal met sport? Misschien is dat ook wel iets om te onderzoeken.

Misschien vind je dit ook interessant…